a. Laag brug: vanuit borstlingse binnendwarsstand met de handen aan de uiteinden van de liggers opspringen tot streksteunzwaai - voorzwaai en achterzwaai met opbücken tot spreidstand op de liggers gevolgd door streksprong tot ruglingse buitendwarsstand.Criteria: gestrekte achterzwaai tot 30° onder de horizontaal, gezien vanuit de schouders.
b. Rad in beweging zetten gevolgd door aanloop. Rad moet minimaal 1/2 radomwenteling maken na loslaten van het rad voordat de aanloop begint.
T01.01
a. Laag brug: vanuit borstlingse binnendwarsstand met de handen aan de uiteinden van de liggers opspringen tot streksteunzwaai - voorzwaai en achterzwaai met opbücken tot spreidstand op de liggers gevolgd door streksprong met ½ draai om de lengteas tot borstlingse buitendwarsstand. Criteria: gestrekte achterzwaai tot 30° onder de horizontaal, gezien vanuit de schouders.
b. Rad in beweging zetten gevolgd door aanloop. Rad moet minimaal 1/2 radomwenteling maken na loslaten van het rad voordat de aanloop
T02
a. Laag brug: vanuit borstlingse binnendwarsstand met de handen aan de uiteinden van de liggers opspringen tot streksteunzwaai - voorzwaai en achterzwaai met opbücken tot spreidstand op de liggers gevolgd door streksprong met hurken en strekken van de benen tot ruglingse buitendwarsstand. Criteria: gestrekte achterzwaai tot 30° onder de horizontaal, gezien vanuit de schouders.
b. Rad in beweging zetten gevolgd door aanloop. Rad moet minimaal 1/2 radomwenteling maken na loslaten van het rad voordat de a
T02.01
a. Laag brug: vanuit borstlingse binnendwarsstand met de handen aan de uiteinden van de liggers opspringen tot streksteunzwaai - voorzwaai en achterzwaai met opbücken tot spreidstand op de liggers gevolgd door streksprong met spreiden en sluiten van de benen tot borstlingse buitendwarsstand. Criteria: gestrekte achterzwaai tot 30° onder de horizontaal, gezien vanuit de schouders.
b. Rad in beweging zetten gevolgd door aanloop. Rad moet minimaal 1/2 radomwenteling maken na loslaten van het rad voordat d
T02.02
a. Laag brug: vanuit borstlingse binnendwarsstand met de handen aan de uiteinden van de liggers opspringen tot streksteunzwaai - voorzwaai en achterzwaai met opbücken tot spreidstand op de liggers gevolgd door streksprong met hurken en strekken van de benen en ½ draai om de lengteas tot borstlingse buitendwarsstand. Criteria: gestrekte achterzwaai tot 30° onder de horizontaal, gezien vanuit de schouders.
b. Rad in beweging zetten gevolgd door aanloop. Rad moet minimaal 1/2 radomwenteling maken na losl
T03
a. Laag brug: vanuit borstlingse binnendwarsstand met de handen aan de uiteinden van de liggers opspringen tot streksteunzwaai - voorzwaai en achterzwaai met opbücken tot spreidstand op de liggers gevolgd door salto voorover gehurkt tot ruglingse buitendwarsstand met bewegingshulp in draaigreep voorover of navangen aan de rugzijde. Criteria: gestrekte achterzwaai tot 30° onder de horizontaal, gezien vanuit de schouders
b. Rad in beweging zetten gevolgd door aanloop. Rad moet minimaal 1/2 radomwenteling
T04
a. Vanaf springkast komen tot spreidzit op het rad, waarna de trainer het rad in bewegingzet, gevolgd door afspreiden tot stand.
b. Rad in beweging zetten gevolgd door aanloop. Rad moet minimaal 1/2 radomwenteling maken na loslaten van het rad voordat de aanloop begint.
T05
a. Vanaf springkast komen tot spreidzit op het rad, waarna de trainer het rad in bewegingzet, gevolgd door schouderoverslag tot stand met bewegingshulp in draaigreep aan de bovenarmen.
b. Rad in beweging zetten gevolgd door aanloop. Rad moet minimaal 1/2 radomwenteling maken na loslaten van het rad voordat de aanloop begint.
T06
a. Vanaf springkast komen tot vrije hurksteun op het rad, waarna de trainer het rad in bewegingzet, gevolgd door doorhurken tot stand.
b. Rad in beweging zetten gevolgd door aanloop. Rad moet minimaal 1/2 radomwenteling maken na loslaten van het rad voordat de aanloop begint.