Alle elementverbindingen met Buck en A- element
[Risico element]
B08A
RO 1) Vrije vlucht voorwaarts met buck
RO 2) Parallelstand
B08B
RO 1) Vrije vlucht achterwaarts met buck
RO 2) Parallelstand
B09
Alle Elementverbindingen met één radomwenteing met sportenloop met hele draai
B09A
RO1: Sportenloop met heledraai
RO2: Parallelstand zonder riemen
B10
Alle onderdelen met diverse wisselvarianten (aan het begin of na één radomwenteling)
B10A
Vrije dubbelwissel in parallelstand
B10B
RO 1: Parallelrol zonder riemen
wissel
RO 2: Parallelrol zonder riemen
B11
Alle elementen niet aangegeven als C of D waarde (behalve ligstein in bindingen en ligsteun in binding met vrije voet tegen spreidsport = A onderdeel)
B11A
Parallelstand, eenarmig, met een been opspreiden in één riem
B11B
Parallelstand met voor opspreiden op de onderste hoepelgreep
B11C
Alle varianten van de parallelstand zonder bindingen
B11D
Alle varianten van de rugwaartse parallelstand
B11E
Diepe parallelbrug (voorlings)
B11F
Parallelstand, met een been opspreiden in 1 riem
B12A
Diepe/lage spreidhoekstand 1 armig
B12B
Diepe/lage hoekstand met de voeten naast elkaar
B12C
Diepe/lage hoekstand met de voeten naast elkaar 1 armig
B13
Rad stil leggen in parallelstand met gespreide benen (Diepe/lage spreidhoekstand). Wissel van de richting in vergelijking met het voorgaande element
(Kommentaar:
1. Het stil leggen moet gebeuren in parallelsteun met gespreide benen. Het rad moet volledig stil komen te liggen.
2. Direkt daarna moet de turner het rad weer in beweging brengen, de richting dient dan anders te zijn als voor het stil leggen.
3. Gehalte: De voorgaande apenspiraal is tot het stil leggen een B-element. De parallelstand die n
B14
Ondersprong met hele draai om lengte as
C01
Alle spagaat onderdelen
C01A
Spagaat voorwaarts
C02
Parallelbrug ruglings geturnd, zonder riemen (minstens 1 been tussen de planken op de hoepel)
Alle elementverbindingen met een decentraal element
C08A
RO 1: Spreidhoekhang
RO 2: Parallelstand
C09
Alle B- elementen (ook B- elementverbindingen) met vrije enkele wissel direct voor of direct na een geheel vrij geturnd element.
Kommentaar:
1. Bij deze B- elementverbindingen moet het gaan om verbindingen uit de groep B 6 (= elk element is al een B-element) of uit de groep B 7 (= elementverbinding met buck en verdere A- element)
2. De vrije enkele wissel moet direkt voor een geheel vrij geturnd element of direkt na een geheel vrij geturnd element komen. d.w.z. er mag bij dit element geen tussengree
Parallelstand zonder bindingen met een 1/1 draai om de lengteas
C13A
RO 1: Parallelstand (omgrijpen van de hand in ellegreep, 1/1 draai met onderdoordraaien)
RO 2: Parallelstand
C14
Alle decentrale elementen (al bij 1 rontatie) die niet gedefineerd staan als D element
C14A
RO 1: Spreidhoekhang
RO 2: Spreidhoekhang
C14B
RO 1: Hoekhang
RO 2: Hoekhang
C15
Diepe parallelbrug ruglings (alle varianten)
C15A
Diepe parallelbrug ruglings (in beide riemen)
C15B
Diepe parallelbrug ruglings (zonder riemen)
C16
Parallelstand met zijwaarts opspreiden, éénarmig, zonder riemen
C17
Parallelstand met een been voor opspreiden op de onderste hoepelgreep eenarmig, zonder riemen
C18
Diepe parallelspagaat (parallelstand op de spreidsporten)
C19
(Overkantelen vanuit de diepe/lage spreidhoekstand) Parallelstand op de bovenste hoepel (alle varianten)
[Risico element]
C20
(Spiraal tot plat lig in lage spreidhoekstand op de bovenste hoepel) lage spreidhoekstand op de bovenste hoepel
(met wissel van de spriaal richting ten opzichte van het vorige onderdeel)
C21
(vrije wissel)
Diepe/lage spreidhoekstand
D01A
D1a: Alle onderdelen met een elementverbinding met een radomwenteling in de brug op de
onderste hoepel met gesloten stand (of eenbenig) aan de hoepels en een volgende
radomwenteling met willekeurig element.
[Niet: schroefbrug zonder riemen en hun variaties]
Voorbeeld:
D1a.1) RO 1: Parallelstand met gespreide benen op de onderste hoepel bij de
greepsporten aan de onderste hoepel bij de plankjes
(ompakken en terugplaatsen van de voorste voet in gesloten stand)
RO 2: Brug op de onderste hoepel tuss
D02A
Alle onderdelen met elementverbindingen met Buck en verdere B- element
Voorbeeld:
D2a.1) RO 1: Van vrije vlucht achterwaarts over de buck achterwaarts in de vrije
vlucht achterwaarts
RO 2: Vrije vlucht in parallelstand
D2a.2) RO 1: Ligsteun eenarmigvoorwaarts
RO 2: Van vrije vlucht voorwaarts over de buck voorwaarts in de vrije
vlucht voorwaarts
Ideale uitvoering van de buck: De handen gesloten vrij ter hoogte van de vooste voet.
Neus aan de knie, de hoek tussen het ovenlichaam en het voorst
D02B
Alle onderdelen met elementverbindingen, met buck voorwaarts en buck achterwaarts
Voorbeeld:
D2b.1) RO 1: Vanuit vrije vlucht achterwaarts over de buck achterwaarts in de vrije
vlucht achterwaarts
(1/2 draai)
RO 2: Vanuit vrije vlucht voorwaarts over de buck voorwaarts in de vrije vlucht
voorwaarts
Uitvoering: De volgorde van de buck is vrij.
De beide elementen dienen in één onderdeel met elementverbinding geturnd te worden,
d.w.z. in twee op elkaar volgende radwentelingen)
D03
Alle elementverbindingen, indien direkt aansluitend aan een vrije wissel (enkel, dubbel of drievoudig) een buck achterwaarts en een verdere B-element geturnd wordt
D03A
Alle onderdelen met elementverbindingen, waarbij direct aansluitend aan een vrije
richtingswissel (enkel, dubbel of drievoudig), een bück achterwaarts alsook een
aanvullende radomwenteling in de grote spiraal geturnd wordt.
Voorbeeld:
D3a.1) (Vrije dubbele richtingswissel)
RO 1: Van vrije vlucht achterwaarts over de buck achterwaarts in de vrije
vlucht achterwaarts
RO 2: Vrije vlucht in parallelstand
Uitvoering: De vrije enkele, dubbele of drievoudige richtingswissel kan vooraf gaand aan
het
D03B
D 3b) RO 1: Vrije vlucht in parallelstand
(Vrije dubbele richtingswissel)
RO 2: Van vrije vlucht achterwaarts over de buck achterwaarts in de vrije
vlucht achterwaarts
D04A
D4a.1) RO 1: Van schroefstand achterwaarts ruglings geturnd (1/2e draai) in de
schroefstand voorwaarts ruglings geturnd
(Richtingswissel ruglings geturnd)
RO 2: Schroefstand achterwaarts ruglings geturnd
D4a.2) RO.1: Van schroefstand achterwaarts ruglings geturnd (1/2e draai) in de
schroefstand voorwaarts ruglings geturnd
(Richtingswissel ruglings geturnde, ompakken)
RO 2: Parallelstand ruglings geturnd
D05A
Alle B-onderdelen (ook onderdelen met elementverbinding met B-waarde) met vrije
dubbele of drievoudige richtingswissel.
Voorbeeld:
D5a.1) (Vrije dubbele richtingswissel)
Vrije vlucht in parallelstand
D5a.2) (Vrije dubbele richtingswissel, achteroverkantelen)
Parallelstand ruglings geturnd
D5a.3) RO 1: Vrije vlucht in parallelstand
(vrije dubbele richtings wissel)
RO 2: Ligsteun voorwaarts
D5a.4) (Vrije drievoudige richtingswissel)
RO 1: Parallelstand
RO 2: Parallelhoekhang
D05B
Alle B-onderdelen (ook: onderdelen met elementverbindingen met B-waarde) met een
combinatie van een vrije dubbele richtingswissel en verdere wisselvariant met pakken (in
riemen)
D5d.1) (vrije dubbele richtingswissel, richtingswissel)
RO 1: Schroefstand achterwaarts
RO 2: Ligsteun achterwaarts
D5d.2) (Vrije dubbele richtingswissel, kantel- en richtingswissel)
Schroefstand achterwaarts ruglings geturnd
D06
Alle elementen met handenstand
[Risico element]
D06A
Alle onderdelen met gesprongen handenstand
Voorbeeld:
D6a.1) RO 1: Parallelstand met zijwaarts opspreiden zonder riemen
Ompakken van de handen
RO 2: Gesprongen handenstand (Vanuit hoekstand op de onderste hoepel bij
de spreidsport met de handen aande hoepelgrepen voorwaarts (gehurkt,
gehoekt of gespreid) in grote brug op de onderste hoepel op het achterste
plankje of tussen het achterste plankje en de achterste spreidsport voorwaarts
D07
Spagaat kantelen richtingswissel met willekeurige navolgend onderdeel of onderdeel met
elementverbindingen in de grote spiraal
Of
Spagaat kantel- en richtingswissel, kantel- en richtingswissel met willekeurige navolgend
onderdeel of onderdeel met elementverbindingen in de grote spiraal
D07A.1
[Voorafgaand onderdeel: spagaat voorwaarts]
(spagaat kantel- en richtingswissel, ompakken)
RO 1: Parallelstand met zijwaarts opspreiden
RO 2: Parallelstand
D07A.2
[Voorafgaand onderdeel: spagaat voorwaarts]
(spagaat kantel- en richtingswissel, ompakken)
Parallelstand op de bovenste hoepel
D07A.3
[Voorafgaand onderdeel: spagaat voorwaarts]
(spagaat kantel- en richtingswissel)
Brug op de voorste hoepel altijd midden tussen het plankje en de spreidsport
aan de hoepelgrepen achterwaarts
D07A.4
[Voorafgaand onderdeel: spagaat voorwaarts]
(spagaat kantel- en richtingswissel, kantel- en richtingswissel, ompakken)
Parallelstand met spreidstand op de voorste hoepel tussen het plankje en de
spreidsport
D07A.5
[Voorafgaand onderdeel: spagaat achterwaarts]
(spagaat kantel- en richtingswissel, ompakken)
RO 1: Parallelstand met zijwaarts opspreiden
RO 2: Parallelstand
D07B
Vrije richtingswissel (geen vrije kantel- en richtingswissel) zonder riemen voor een
willekeurig onderdeel
Of
Vrije richtingswissel (geen vrije kantel- en richtingswissel) zonder riemen na de eerste
radomwenteling van een onderdeel met elementverbinding
D07B.1
(vrije richtingswissel zonder riemen)
Parallelstand
D07B.2
RO 1: Parallelstand zonder riemen
(vrije richtingswissel, 1/2e draai met ompakken/ of onderdoor draaien)
RO 2: Parallelbrug ruglings geturnd
D07B.3
(Vrije richtingswissel zonder riemen, richtingswissel)
Parallelstand
D07C
Kantel- en richtingswissel zonder riemen, vrije kantel- en richtingswissel, kantel- en
richtingswissel met willekeurig navolgend onderdeel met elementverbinding.
D07C.1
(kantel- en richtingswissel zonder riemen, vrije kantel- en richtingswissel, kantelen richtingswissel) Parallelstand
D07D
Van parallel handenstand in de parallelbrug ruglings geturnd
Parallelbrug ruglings geturnd of onderdeel met elementverbinding met parallelbrug
ruglings geturnd voorafgaande richtingswissel (geen kantel- en richtingswissel) en ½
draai zonder wissel van de rolhoepel
D07E.1
[Voorafgaande onderdeel: Parallelstand zonder riemen]
(Richtingswissel en 1/2e draai met ompakken en/of onderdoor draaien)
Parallelbrug ruglings geturnd.
D07E.2
RO 1: Parallelstand zonder riemen
(Richtingswissel en 1/2e draai met ompakken en/of onderdoor draaien)
RO 2: Parallelbrug ruglings geturnd
D07F
Parallelbrug ruglings geturnd met voorafgaand een 1/1e draai en achterover kantelen
(zonder richtingswissel of kantel- en richtingswissel)
D07F.1
[Voorafgaande onderdeel: parallelstand zonder riemen]
(1/1e draai en achterover kantelen)
Parallelbrug ruglings geturnd
D07G
Alle onderdelen met parallel inrollen als overgang.
Alle onderdelen met inrollen achterwaarts aan de hoepels.
D07H.1
(inrollen achterwaarts aan de hoepels bij de spreidsport tegen de rolrichting in
de vluchtige schredenstand op de onderste hoepel bij de onderste hoepelgreep).
Parallelstand met spreidstand op de onderste hoepel bij de onderste
hoepelgreep aan de bovenste hoepel bij de plankjes.
D07H.2
RO 1: Parallelstand zonder riemen
(inrollen achterwaarts aan de hoepels bij de spreidsport tegen de rolrichting in
de vluchtige schredenstand op de onderste hoepel bij de onderste hoepelgreep).
RO.2: Parallelstand met spreidstand op de onderste hoepelbij de onderste
hoepelgreep aan de onderste hoepel bij de plankjes.
D08A
Alle onderdelen en onderdelen met elementverbinding met parallelhurkhang ruglings
geturnd
Parallelstand op de bovenste hoepel met zijwaarts opspreiden eenarmig
Standzone: Eén voet staat midden tussen de plankjes op de hoepel, de voet van het
spreidbeen staat in het ideale geval direct boven het punt waar de spreidsport en hoepel
elkaar treffen.
Greepsoort/greepzone: De hand moet tussen de hoepelgreep en de overeenkomstige
sportgreep (in en tegen de rolrichting) in bovengreep pakken of direct aan de
hoepelgreep.
De vrije arm wordt bij uitzondering niet in heuphouding, maar in hooghoudi
D20B
Diepe spagaat (= parallelstand met voor opspreiden op de bovenste hoepelgreep) op de
bovenste hoepel (ook eenarmig)
D20C
Diepe parallelspagaat op de bovenste hoepel (ook eenarmig)
D20D
Diepe spagaat (= parallelstand met voorop spreiden op de onderste hoepelgreep) met de
handen aan de onderste hoepel (ook eenarmig)
Uitvoering: De diepe spagaat zonder riemen wordt gedefinieerd met stand op de
onderste hoepel midden tussen de plankjesen voor opspreiden op de onderste
hoepelgreep.
D20E
Diepe parallelspagaat op de onderste hoepel eenarmig
Uitvoering: De diepe parallelspagaat wordt gedefinieerd als parallelstand op de
spreidsporten resp. op de onderste hoepel met contact met de betreffende spreidsport,
d.w.z. de voet/tenen sluiten direct aan de spreidsport aan (tot 10 cm afwijking =
erkenning!).
Greepsoort/greepzone: Bovengreep aan een sportgreep of aan de bovenste
hoepelgreep.
Bij de diepe parallelspagaat eenarmig op de onderste hoepel zijn er geen variaties van
de standzone mo
D20F
Parallelstand met zijwaarts opspreiden met greep aan de onderste hoepel eenarmig
zonder riemen.
Standzone: Eén voet stat midden tussen de plankjes op de hoepel, de voet van het
spreidbeen staat in het ideale geval op de spreidsport resp. de hoepel bijde spreidpsort,
waarbij de voet contact heeft met de spreidsport.
Greepsoort/greepzone: De moet aan de onderste hoepel tussen de hoepelgreep en de
overeenkomstige sportgreep (tegen de rolrichting) in bovengreep pakken.
De vrije arm wordt bij uitzond
D21
(Overkantelen uit de diepe parallelspreidhoekstand) Parallelstand op de bovenste hoepel
(alle variaties)
D21A
[Voorafgaande onderdeel: Diepe parallelspreidhoekstand]
(Overkantelen)
Parallelstand met gespreide benen op de bovenste hoepel (met greep) aan de
bovenste hoepel
Standzone/greepzone: De diepe parallelspreidhoekstand kan op verschillende plaatsen
in het rad geturnd worden. De parallelstandpositie op de bovenste hoepel, die de turner
na het overkantelen aanneemt kan daarom ook op verschillende plaatsen van het rad
geturnd worden. Daarbij wijken de standzone en greepzone hoofdzakelijk af van de
T01.01
Parallelstand stand in 2 riemen met handen aan de dwarsgreep met hulp van de trainer
T01.02
Parallelstand stand één armig in 2 riemen met een hand aan de dwarsgreep en de andere arm in de zij met hulp van de trainer
T01.03
Parallelstand in 2 riemen met de handen in bovengreep aan de voorste hoepelgreep
met hulp van de trainer
T01.04
Parallelstand in 2 riemen één armig met de hand in bovengreep aan de voorste hoepelgreep
met hulp van de trainer
T01.05
Twee verschillende rondgangen van een combinatie van T01.01 tot T01.05
T02.01
Buiten het rad het rad in kleine spiraal houden 6 rondes
T02.02
Binnen het rad het rad in kleine spiraal houden 6 rondes met de handen aan de dwarsgrepen in hurk houding en rad tot stand zetten vanuit de beweging van het rad.
T02.03
Kleine spiraal in 2 riemen met hulp van de trainer